Windows gebruikt energiebeheertechnologie om het stroomverbruik voor pc's in het algemeen en laptops met batterijvoeding in het bijzonder te verminderen. Een Windows-computer kan bijvoorbeeld in een slaap- of sluimerstand worden gezet.
Windows Kernel-Mode Power Manager
Een complex energiebeheersysteem voor computerapparatuur is zo ontwikkeld dat wanneer de computer begint af te sluiten of het stroomverbruik te verlagen, de aangesloten apparaten ook op de juiste manier kunnen worden uitgeschakeld, zodat er geen gegevens verloren gaan.
Maar deze apparaten hebben een waarschuwing nodig dat de stroomstatus verandert en ze moeten mogelijk ook deel uitmaken van een communicatielus die het controlerende apparaat vertelt te wachten tot ze correct kunnen afsluiten.
De energiebeheerfunctie van de Windows-kernelmodus beheert de ordelijke wijziging in de energiestatus voor alle apparaten die wijzigingen in de energiestatus ondersteunen. Dit wordt vaak gedaan via een complexe stapel apparaten die andere apparaten aansturen. Elk besturend apparaat wordt een knooppunt genoemd en moet een stuurprogramma hebben dat de communicatie van veranderingen in de energiestatus op en neer via een apparaatstack aankan.
Als u een stuurprogramma schrijft dat kan worden beïnvloed door wijzigingen in de energiestatus, moet u de volgende soorten informatie in uw stuurprogrammacode kunnen verwerken:
- Systeemactiviteitsniveau.
- Batterijniveau van het systeem.
- Huidige verzoeken om af te sluiten, te slapen of te sluimeren.
- Gebruikersacties zoals het indrukken van een aan/uit-knop.
- Instellingen op het bedieningspaneel, zoals automatisch uitschakelen bij 10 procent batterijvermogen.
Ga voor meer informatie naar MSDN.